De woning is in 2003 ingrijpend verbouwd en dat betekent bijvoorbeeld dat de fraaie aanbouw ontworpen is overeenkomstig de in 2003 geldende normen. Zoals heel veel woningen van ‘zekere’ leeftijd dus een mengvorm van goed geïsoleerd tot nog puur natuur. Hier geldt dat naast de nieuwbouw het dak tot op zekere hoogte geïsoleerd is, er zo hier en daar dubbel glas is aangebracht en dat men beschikt over een HR 100 combivat ketel met optimale regeling voor ruimteverwarming en de warmwatervoorziening.
Vrijstaande woning uit 1934 met energielabel F
Om een label F te scoren in een vrijstaande woning bouwjaar 1934, moet er al hard gewerkt zijn aan het verbeteren van de energieprestatie. En dat is er dan ook. In de garage staat een HR 107 ketel, weliswaar buiten de thermische schil, maar door de eigenaar van een warme jas voorzien.
Veel ramen zijn uitgevoerd in dubbel glas, soms in HR uitvoering of van voorzetramen voorzien. De laatste tellen in de labelwaardering mee op een zelfde niveau als gewoon dubbel glas. Ook het dak is redelijk geïsoleerd. De vloer is voor zover de kruipruimte bereikbaar is van TONZON isolatie voorzien. Al met al dus niet langer een Hummer als huisdier maar toch nog wel ver weg van een energieneutraal huis. “Vrijstaande woning uit 1934 met energielabel F” verder lezen
Een Landhuis uit 1903: promotieproject voor een beginnend EPA adviseur. Op weg naar een huis als een (warme) jas
Ook al heb je de kwalificatie ‘EPA adviseur’ verworven, je dient jezelf als beginnend Energie Prestatieadviseur(EPA) bescheiden op te stellen. Dat blijkt al snel bij mijn eerste vingeroefening met de software om mijn eerste formele Energielabel af te melden. Voor dit label, een eengezins-tussenwoning, kreeg ik een aardige waslijst aan uit te voeren correcties teruggestuurd. Toen ik dus werd gevraagd advies te geven bij de renovatie van een woning uit 1903 heb ik daar, met redelijk wat ‘slagen om de arm’ positief op gereageerd. “Een Landhuis uit 1903: promotieproject voor een beginnend EPA adviseur. Op weg naar een huis als een (warme) jas” verder lezen
Zonne-energie nu of later?
Zonne-energie is hot als je afgaat op het succes van de acties van bijvoorbeeld Urgenda, Natuur en Milieu en de Vereniging Eigen Huis. Samen inkopen met korting maakt dat je nu jezelf al van stroom kan voorzien tegen een prijs lager dan dat je via het net betaald. Toch heb ik zelf nog enige twijfel om deze stap te zetten. Uiteindelijk doe je zo een investering voor 30 jaar en de ontwikkelingen in het veld van Zon-PV zijn gigantisch. Algemeen advies aan anderen is: volg je hart maar wel met de trias energetica voor ogen. Dus eerst die isolatie op orde voordat je de volgende stappen zet. Voordeel om de investering in Zon-PV nog even uit te stellen is in ieder geval dat dit het volgen van de ontwikkelingen op dit gebied extra spannend maakt. In het zelfde stadium als ik? Volg dan de laatste nieuwtjes op dit gebied.
Lees verder: Krantenknipsels
Bouw aanjager in het duurzaam omgaan met energie?
De malaise in de bouwsector is groot. Een woningmarkt die op slot zit en een overaanbod aan kantoorruimte waardoor ook die markt een dieptepunt meemaakt. Opvoeren van de energieprestatie van de bestaande bouwvoorraad is in de huidige tijd misschien wel de belangrijkste sleutel om de bouwmarkt weer op gang te krijgen. Kortom werk aan de winkel voor het onlangs door minister Spies gelanceerde Bouwteam om juist die kant van de markt van een impuls te voorzien.
“Bouw aanjager in het duurzaam omgaan met energie?” verder lezen
Het ene Label is de Andere niet (deel 2)
In een eerder blog ‘Het ene Label is de Andere niet’ schreef ik over een eerste stap in mijn ontdekkingstocht over het verbeteren van de energieprestatie van de eigen woning en de motivatie van waaruit ik die onderneem. Aangezien ‘nieuwbouw’ jaarlijks maar 1% omvat van de totale voorraad en vervanging zelfs maar 0.25%, dient het opwaarderen van de energieprestatie grotendeels plaats te vinden in bestaande gebouwen.
Van inzicht naar doorzicht: het principe van de Trias Energetica
Ik haak daarbij in op het principe van de Trias Energetica ooit door SenterNovem, nu onderdeel van het Agentschap NL, in Nederland geïntroduceerd en nu in de wereld van duurzaam omgaan met energie een bekend begrip. Deze staat voor de volgende wijze van kijken naar de energietransitie. Als eerste wordt dan gekeken naar het besparingspotentieel. Ten tweede naar de mate waarin duurzaam opgewekte energie aangewend kan worden en als laatste hoe het restant van de energiebehoefte ingevuld wordt door het zo efficiënt en schoon mogelijk gebruik van fossiel.
“Van inzicht naar doorzicht: het principe van de Trias Energetica” verder lezen
15 miljard M3 aardgas de pijp uit
Als één van de vele voorbeelden de wijze waarop we op dit moment nog met energie omgaan is de enorme hoeveelheid warmte die we als ‘afval’ lozen. Klaas de Jong schreef daarover een aardig boekje ‘Warmte in Nederland”. Volgens zijn berekening gaat circa 40% van ons totale energiegebruik op aan warmte. De TUD/KIVI NIRIA berekening komt, door het gebruik van wat andere uitgangspunten wat lager uit, maar zo rond de 35% praten we in ieder geval over.
Daarvan loost alleen al de Nederlandse (petro) chemische industrie warmte in het milieu het equivalent van drie miljard kubieke meter gas ofwel het verbruik van twee miljoen huishoudens. Volgens andere berekeningen zou het totaal aan warmte dat geloosd wordt gelijk staan aan 15 miljard M3 aardgas per jaar, dat is grofweg gelijk aan 150% van het gasverbruik van onze 7 miljoen woningen in Nederland (en dus ongeveer 15 maal het elektriciteitsgebruik daarvan).
“15 miljard M3 aardgas de pijp uit” verder lezen
Het ene Label is de Andere niet
Onderdeel van mijn ontdekkingtocht ‘duurzaam omgaan met energie’, is mijn wens, indien redelijkerwijs mogelijk, mijn huis op den duur – energie nul – te maken. Ik heb daarvoor, naar ik meen, een goed uitgangspunt. Mijn huis is in 1988 gebouwd met, voor die tijd, redelijk wat aandacht besteed aan de isolatie. Ik heb mij voorgenomen bij het doorlopen van deze ontdekkingstocht, mijzelf op te stellen als een gemotiveerd belangstellende, maar niet als een hobbyist. Met andere woorden ‘de markt’ moet het voor me doen! Ik wil dus niet zelf uit moeten vinden hoe dit transitiepad te bewandelen. Daarbij mag het best wat kosten, maar moet het eindresultaat van de investeringen redelijk voorspelbaar zijn. Bovendien wil ik onderweg niet al teveel gedoe. Ik denk dat dit de basishouding zal zijn van vele huizenbezitters die iets over hebben voor de toekomst van hun (klein) kinderen. Op deze manier leer ik misschien lessen die ook weer nuttig kunnen zijn voor andere geïnteresseerden.