In het SER-energieakkoord staat dat alle woningen zonder energielabel een verplicht indicatief label krijgen. Oorspronkelijk zou het label vastgesteld worden op basis van kenmerken die bij het kadaster staan geregistreerd, zoals bouwjaar, type woning etc. Het aanzienlijke deel van onze woningvoorraad, gebouwd vóór 1980, zou op basis daarvan een rood label F of G krijgen, om aan te geven hoe energie-onzuinig deze woningen zijn.
Een woningbezitter die heeft geïnvesteerd in energiebesparende maatregelen, kan via een eenvoudige procedure een gunstiger label verkrijgen. Mogelijk stimuleert dit de buurman of -vrouw die dat nog niet heeft gedaan, om het goede voorbeeld van de nabuur te volgen. Goed voor het comfort, de portemonnee en het milieu. Precies de beoogde “bewustwording”.
Simpel toch? Dus niet: de praktijk dreigt anders uit te pakken!
Angst voor negatieve effecten
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) heeft namelijk NIET besloten voor de eenvoudige vaststelling van het indicatieve label op basis van deze uitgangspunten maar een inschatting te maken van de gemiddelde (dichtst mogelijke benadering) energieprestatie van de woningen. Alleen op basis van bouwjaar de woningkenmerken vaststellen zou volgens BZK “de geloofwaardigheid van het indicatieve energielabel te veel ondermijnen en als gevolg hebben dat mensen dit voorlopig energielabel niet als een serieuze indicatie zullen opvatten”.
Uit reacties van bewoners in enkele jaren-’70 wijken in gemeente De Bilt blijkt echter dat het tegendeel zich voordoet. Als de huidige beleidslijn wordt voortgezet zal dit juist als effect hebben dat het indicatieve energielabel niet serieus genomen wordt en de achterliggende doelstelling, zoals in het Energieakkoord verwoord, dus niet gerealiseerd wordt. Daarmee dreigt het energielabel van Blok een valse start te krijgen. Het onderstaande scenario speelt zich namelijk nu al af.
Energieverspillers beloond, bespaarders gestraft!
Het huidige “systeem van Blok” geeft de woningen in de onderzochte wijk op de – van overheidswege gelanceerde – website http://energielabel-checker.rvo.nl/ vanzelf een groen C- label. Dat is merkwaardigerwijs zelfs veel gunstiger dan ik kan afleiden uit het WooN 2006 onderzoek dat BZK gebruikte voor het bepalen van de indicatieve labels. Veel ernstiger is echter dat door de keuze van een gemiddelde waarde, degenen die nog nooit energiebesparende maatregelen hebben genomen ‘beloond’ worden met een gunstig label. Wie daarentegen al veel maatregelen genomen heeft wordt ‘gestraft’ met een ongunstig label. Het effect dat het label tot bewustwording van verspilling leidt wordt daarmee dan ook zeker niet bereikt.
Zo ontdekten bewoners in De Bilt dat hun buren zónder officieel energielabel, die niet deelgenomen hadden aan een collectieve actie voor vloerisolatie, een indicatief energielabel C krijgen. En dat terwijl hun eigen woning (zelfde type en bouwjaar), waar wel in isolatie is geïnvesteerd, het officiële maar minder gunstige label D krijgt opgeplakt…
In algemene zin dus een flinke afstraffing van mensen die hun woning van label G tot label E of D weten op te krikken en dat laten vastleggen door een gecertificeerde E(nergie) P(prestatie) A(dviseur). Hun buren die niets doen, noch investeren krijgen een gunstiger label cadeau!
Naar aanleiding van verschillende kritische reacties heeft inmiddels overleg plaats gevonden tussen het ministerie en enkele marktpartijen. Door Jan Vos en Albert de Vries (PvdA) zijn in de Tweede Kamer vragen gesteld aan de minister over wat inmiddels de casus ‘De Bilt’ is gaan heten. Het antwoord dat de minister hier op 13 november jl. heeft gegeven stemt desondanks niet optimistisch. Wel zegt hij daarin toe dat het WooN 2006-onderzoek, waarop het gemiddelde is gebaseerd, nog eens getoetst wordt door een onafhankelijk deskundige en is als gevolg daarvan, kennelijk om verwarring te voorkomen, de site energielabelvoorwoningen.nl weer uit de lucht gehaald. Het belangrijkste bezwaar, namelijk dat er per bouwjaar bij elke categorie ongecertificeerde woningen van een gemiddelde energetische waarde wordt uitgegaan, wordt vooralsnog niet weggenomen. De consequentie dat energieverspillers beloond en bespaarders gestraft worden blijft daardoor als “zwaard van Damocles” boven het beoogde gunstige effect van het indicatieve energielabel hangen.
Geef het energielabel een faire kans van slagen!
Werk aan de winkel dus voor alle betrokkenen die het energielabel een kans tot slagen gunnen. In de gebouwde omgeving verstoken we meer dan één derde van onze totale energieverbruik en onze woningen hebben daar een belangrijk aandeel in. Maak dus geen flop van deze belangrijke actie uit het Energieakkoord. Overtuig de minister ervan dat hij beter ten halve kan keren dan ten hele dwalen. Het oorspronkelijk uitgangspunt blijft de beste optie, waarmee de achterliggende doelstellingen van de afspraak in het Energieakkoord over “werken aan bewustwording” kunnen worden behaald.
Mijn advies aan de minister: Wees niet bang dat daarmee het label niet serieus genomen zal worden. Stuur in januari een simpel briefje naar deze bewoners in De Bilt, dat hun woning weliswaar een rood label draagt, maar dat zij inmiddels vast al eens hun cv-ketel vervangen hebben door een zuinige HR ketel en dat alleen dit al het de moeite waard maakt hun woning op te waarderen op de site die de overheid daarvoor heeft laten maken. Natuurlijk vind je op die site dan ook de tips om verder te werken aan energiebesparende maatregelen.
Dát is werken aan bewustwording! Goed voor het comfort, de portemonnee en het milieu. Je zou dat toch iedereen toewensen…?!