De brief van minister Blok van 16 mei jl. aan de 2de kamer, met als onderwerp de energie-labeling van woningen leest als een droef maar vooral beschamend volgend hoofdstuk over de wijze waarop Nederland invulling geeft aan het oorspronkelijk door onszelf binnen de EU aangezwengelde proces ter verbetering van de energieprestatie van onze woningvoorraad.
Eerst wat feiten. Nederland beschikt over circa 7.2 miljoen woningen waarvan ruim 60% particulier bezit en 40% (grotendeels sociale) huur. Samen met de overige gebouwen goed voor circa 40% van ons energiegebruik. Daarvoor is de ambitie uitgesproken om in 2050 over een energie neutrale gebouwde omgeving te beschikken. Aangezien die voor circa 70% zal bestaan uit het huidige bestand, is opwaardering van de bestaande voorraad een eerste prioriteit. Het energielabel is, gelijk we dat gewend zijn voor huishoudelijke apparaten en onze auto, een goed middel om zicht te krijgen op de energieprestatie van de woning. Een mede op initiatief van ons aangegane Europese verplichting om op het moment van verkoop van een woning de energieprestatie van de woning door middel van het energielabel zichtbaar te maken, is inmiddels ook in Nederland wettelijk geregeld. Een voorstel voor een wettelijke regeling die sancties verbindt aan het niet nakomen hiervan is echter op 20 november 2012 door de 2e kamer verworpen. Nederland is in 2011 in gebreke gesteld vanwege onvolledige toepassing van de EU regelgeving in deze en riskeert hiermee forse boetes. Het op 23 mei a.s. door de 2e Kamer te behandelen voorstel is bedoeld om hier een oplossing voor te bieden.
Door de minister wordt terecht het standpunt ingenomen dat (vooral) particuliere woningeigenaren meer verleid zullen moeten worden om te investeren in de energieprestatie van hun woning. Per 1 januari 2013 zijn er een kleine 2.2 miljoen of 30% van de totale woningvoorraad van een label voorzien. Het overgrote deel hiervan namelijk ruim 1.8 miljoen is in bezit van woning coöperaties. Gemiddeld dragen die woningen een label D. Dus nog volop ruimte voor verbetering, maar ook een teken dat er door de woningcorporaties al veel werk is verzet. Van de bijna 4 miljoen woningen in particulier bezit zonder label is namelijk bekend dat de gemiddelde energieprestatie daar aanzienlijk beneden ligt en wel op niveau E/F met een flink aandeel in de laagste labelklasse G.
De energielabel moet volgens de minister voor de eigenwoningbezitter veel meer gaan dienen voor bewustwording over energiekosten. Goed idee zou je zeggen maar als je daarna verder leest, begin je toch snel te twijfelen aan de verleidingskunst van deze minister.
De oplossing zou zijn dat de woningeigenaar zelf, gelijk aan de vooringevulde aangifte inkomstenbelasting, ICT ondersteund het label vaststelt. Terwijl een onafhankelijk deskundige op afstand meekijkt. Op deze manier, zo stelt de minister, biedt het de mogelijkheid om voor een paar tientjes te voldoen aan de verplichting tot een energielabel bij verkoop. Om de verwarring compleet te maken, blijft daarnaast de huidig meer uitgebreide route bestaan. Die krijgt dan alleen uitdrukking in een energieprestatiecertifcaat, behalve als het een waardering betreft beter dan label A (er bestaat namelijk ook een A+ en zelfs een A+++), dan is die daarvoor verplicht. Wie dit allemaal leest vraagt zich wellicht af voor wat voor eerder door de 2de kamer afgewezen ‘zwaarwichtige’ regeling dit een alternatief is. Nu die bestond uit die zelfde meer uitgebreide route. Daarbinnen wordt nu door speciaal hiervoor opgeleide, gecertificeerde Energie Prestatie Adviseurs het label vastgesteld. Dit kost voor een gemiddelde woning tussen de € 100 en € 200. Voor dat bedrag neemt de EPA adviseur de situatie ter plaatse op, weet zich ondersteund door een goed ontwikkeld software pakket en draagt zorg voor de registratie van het label. Belangrijk daarbij is dat voor een bedrag daaraan gelijk er een zogenaamd Maatwerk advies wordt meegeleverd waarin investeringskosten van te nemen maatregelen staan vermeld. Deze zijn voorzien van terugverdientijden gerelateerd aan de te bereiken energiebesparing en geven inzicht in de verschillende niveaus van energieprestatie die voor die woning haalbaar en betaalbaar zijn. Mijn ervaring is dat op basis van een dergelijk advies velen te ‘verleiden’ zijn om naast de meer sexy investering in zonnestroom ook werk te maken van andere maatregelen zoals bijvoorbeeld isolatie met vaak een aantrekkelijk rendement op de investering van boven de 20%.
Als minister Blok echt de ambitie heeft om een stevige stap vooruit te maken kies dan voor een route die zoals nu het label en het maatwerkadvies stevig aan elkaar verbinden. Probeer dan niet alleen de burger te verleiden dit in gang te zetten op het moment van verkoop, maar iedere eigenaar van een eigen woning in het hier en nu! Volg het eerder advies van de Vereniging Eigen Huis en ken iedere woning afhankelijk van het bouwjaar een label toe. Voorzie die actie van de nodige tam tam. Combineer dat met een bonus malus regeling voor de Onroerend Zaak Belasting(OZB). Beetje slim opgezet kan dat nog budget neutraal ook en groot hoeft de variatie vast niet te zijn om de zaak in beweging te krijgen. Ieder die eerder al maatregelen nam maar deze nooit in labeltermen heeft laten vertalen, zal dat zeker laten doen. En zij die, vaak onbewust, nog een energieslurpende woning bewonen worden gestimuleerd om actie te ondernemen. Goed voor portemonnee, het wooncomfort en een opkikker voor de in mineur zijnde bouwmarkt. Niet één stapje vooruit en twee achteruit maar andersom. Op die manier laat ik mij dolgraag verleiden!