Waar ik ook was de laatste weken de getoonde staatjes over de plaats van Nederland op de duurzaamheidladder is ergens bungelend onderaan. Zeker als het gaat over het aandeel duurzame energie in onze energie huishouding, dan bezetten wij binnen de EU nog net niet de laatste plaats, maar lijkt het dat wij sterk ons best doen die snel te bereiken. In Brussel hoor ik dan ook veel verbazing over wat er in Nederland de laatste jaren is gebeurd. Werden wij als één van de vele voorbeelden ooit gezien als de belangrijkste initiatiefnemer voor de invoering van ‘energie-labeling’ voor de bebouwde omgeving, nu laten we vele landen voorgaan bij de invoering daarvan.
Remmen Los
Het onlangs verschenen ‘rapport ‘Remmen Los’, uitgebracht door de Raden voor de leefomgeving en infrastructuur spreekt dan ook over een Nederlandse overheid die de noodzaak voor verduurzaming en aansluiting bij de Europese koers onderschrijft, maar terughoudend communiceert over de energietransitie. ‘Praktische bezwaren en kostenoverwegingen van hernieuwbare energiebronnen op korte termijn krijgen meer nadruk dan de lange termijnperspectieven (mindere afhankelijkheid van fossiele bronnen, dalende totale energiekosten, meedoen op de markt voor schone technologie). In bijvoorbeeld Duitsland en het Verenigd Koninkrijk is het dominante frame in het klimaat en energiedebat meer gebaseerd op nut en noodzaak dan op twijfel daarover, zowel bij het publiek als in de politiek’. Droefenis alom? Ja, in de landelijke politiek is dat zeker het geval is de overheersende mening, maar aan de andere klant bruist het van de lokale initiatieven. Opnieuw een voorbeeld van een communicatieprobleem tussen ‘Den Haag’ en de burger of een voorbeeld van de manier waarop dit kabinet het land teruggeeft aan de burger? Zo noteerde ik met enig ongeloof een uitspraak van Bernard ter Haar, directeur-generaal Milieu, bij de overhandiging van het rapport toen hij zei: “Deze planeet wordt niet gered door de overheid want daar is de problematiek te ingewikkeld voor maar door het bedrijfsleven”. Dacht toch dat we samen een overheid inhuurden voor het verzorgen van het algemeen belang en de stip op de horizon voor de lange termijn, maar dat is op dit moment blijkbaar even niet aan de orde. Moet het dan nu even vanuit het bedrijfsleven komen?
Grand Challenges -Smart solutions
Was op 27 oktober jl. de titel van het jubileum congres van de Academie voor Technologie en Innovatie (AcTI) met het bedrijfsleven volop aan het woord. In de keuze van de titel een duidelijke knipoog naar de manier waarop Europa aandacht vraagt voor de uitdagingen die er voor ons liggen. Na een aftrap door Maxime Verhagen, drie topfiguren uit het bedrijfsleven Frans van Houten (Philips), Paul Polman (Unilever) en Feike Sijbesma (DSM) over respectievelijk hun lange termijn visie op Active Ageing, Climate Change en Energy Efficiency en Supply of Resources. Vooral de laatste twee met een indrukwekkend verhaal over de verantwoordelijkheid die zij voelen als onderneming voor de maat van de ecologische voetprint van hun activiteiten en hun visie op de verandering in bewustwording die op dit moment gaande is. Met een referentie naar wat er op het Tahir plein plaatsvond, de uitspraak dat ondernemingen (en dus ook politieke partijen?) die dat niet beseffen in de wereld van morgen in ‘één nanoseconde afgeserveerd kunnen worden’. Het voelde als een totale omdraaiing ten opzichte van de stemming in de jaren ‘80/’90 toen het bedrijfsleven de overheid vaak verweet op dit gebied te ver voor de muziek uit te lopen. Nu staan ondernemingen als Philips, DSM en Unilever aan de top in de Dow Jones Sustainability index. Toch weiger ik ter Haar gelijk te geven dat de uitdagingen te groot zijn om er als overheid een antwoord op te formuleren en dat het dus aan het bedrijfsleven is om die antwoorden te vinden. De Topgebieden bieden, mits op de juiste manier aangevlogen, de kans om tot een goede rolverdeling Overheid/ Bedrijfsleven te komen. Wat een kans voor een land als Nederland die trots mag zijn op een overdimensionering van grote, internationaal opererende, bedrijven met een visie op een duurzame toekomst. Een kans die we niet voorbij mogen laten gaan.
Eén antwoord op “Nederland van gidsland naar hekkensluiter?”