Met “Energielabel woning sneller verkocht”, is de titel van het persbericht dat de Rijksoverheid uit deed gaan ter gelegenheid van het beschikbaar komen van de studie “Het Energielabel op de Koopwoningmarkt” . Uitgevoerd door Dirk Brounen en Nils Kok respectievelijk verbonden aan de universiteit van Maastricht en die van Tilburg. Geconstateerd wordt dat na de introductie van het label in januari 2008 het door negatieve publiciteit rond de waarde ervan een dalende populariteit kent. Bij mijn eigen zoektocht naar de waarde ervan heb ik inderdaad ook moeten vaststellen dat de ene label de andere niet is. Toch ben ik er van overtuigd dat voor het verkrijgen van de nodige dynamiek voor het opvoeren van de energieprestatie van de bestaande woning voorraad “Labeling the name of the game’ zou moeten zijn. Net als bij de auto industrie, waar de verkoop van auto’s met een zuinig label de pan uitrijst, zou het een focus op het fiscaal stimuleren van het opvoeren van de energie prestatie van woningen veel beter werken dan de subsidie formules die de laatste jaren meer af dan aan de revue passeerden.
Nadruk op bestaande voorraad
Gelukkig is er een toenemende aandacht voor het belang ervan. Bij de nieuwbouw komt het allemaal wel goed en zou het mij verbazen als er in 2020 nog woningen gebouwd zouden worden die energie neutraal presteren. De aandacht moet dan ook gaan naar de bestaande voorraad. Van de ongeveer 1% van de totale voorraad die we ieder jaar nieuw bouwen, is immers maar ongeveer een kwart vervanging. Willen we dus de ambitieuze doelstellingen halen die voor 2050 voor de bebouwde omgeving zijn geformuleerd dan zullen we, anders dan geldt voor de auto industrie, al onze creativiteit in moeten zetten op de ‘deep energy renovation’ van de bestaande voorraad.
Groene prijspremie
Gestimuleerd door regelgeving uit Brussel diende Minister Donnner onlangs een wetvoorstel in waarin het verplichtstellen van een energielabel bij verkoop van een woning is opgenomen. Dit wetsvoorstel is voorlopig in de 2e Kamer aangehouden. Hopelijk om het verder te verbeteren. Bijvoorbeeld door het creatieve voorstel van de Vereniging Eigen Huis over te nemen die een alternatief voorstelde om alle bestaande woningen afhankelijk van hun bouwjaar van de label te voorzien. Huiseigenaren die energiebesparende maatregelen hebben genomen worden zo gestimuleerd om een actueel label aan te vragen. Gezien de uitkomst van de studie is dat nu al zeer de moeite waard. Uitkomst van de studie is namelijk dat de prijsopbrengst met elke labelcategorie onder het gemiddelde D-label daalt tot een korting van 4% bij de slechts presterende dus energie verslindende woningen, de G-categorie. En dat die stijgt bij elke labelverbetering boven D, tot ruim 10% voor A-gelabelde woningen. Bovendien blijkt het ook de verkoop te bespoedigen wat een niet te verwaarlozen voordeel is in de huidig stagnerende woningmarkt.
Van praten naar poetsen
Alle reden lijkt mij om er nu alles op te richten om het belang van het label bij iedereen tussen de oren te krijgen. Niet door te blijven praten over het hoe en het wat maar krachtig in te zetten op het verbeteren van de kwaliteit en eenduidigheid. En daarboven de aantrekkelijkheid ervan verder te verhogen door inzet van fiscale stimulering maatregelen zoals die van de overdrachtsbelasting en het huurwaardeforfait. De Vereniging Eigen Huis en Bouwend Nederland zouden daarvoor de handen ineen moeten slaan. Het is wellicht nog niet te laat om de komende SDE+ regeling die woning bezitters in de kou laat staan te beïnvloeden. Ook zouden ze kunnen zorgen dat de bebouwde omgeving de plaats krijgt die het verdiend in het in ontwikkeling zijn de Topgebied Energie. Zodat de markt gestimuleerd wordt om aanbod te generen in het maken van labelsprongen. Geïntegreerd, one stop shopping, in plaats van het huidige gefragmenteerde aanbod op het gebied van isoleren, zonnepanelen etc., etc. En dat ik mij door de overheid geholpen voel in plaats van bestolen zoals ik dat eerder weergaf in mijn blog met de titel “I want my money back”.
Eén antwoord op “Energielabel werkt gunstig op verkoopbaarheid van de woning”